Een dorpeling fietste met gevaar voor eigen leven naar Made om de Poolse bevrijders te melden dat ze moesten ophouden met beschietingen. Er waren namelijk geen Duitse bezetters meer in Drimmelen-dorp. Die waren op 4 november vertrokken met een aantal schepen die ze vorderden en de rivier mee overstaken.
De Polen die van niks wisten, staakten daarna de beschietingen die ze in de nacht van zaterdag 4 op zondag 5 november 1944 uitvoerden. Met slechts een paar lichte pantserwagens en twee tanks reden de Polen die zware gevechten in Made geleverd hadden, richting Drimmelen. De tanks echter zakten weg in het modderige pad naar het dorp. Kennelijk is het uiteindelijk toch gelukt want we vonden een foto van een tank op sluis met daarvoor een paar Drimmelense kinderen.
De pantserwagens hebben nog wekenlang tussen Drimmelen en Made heen en weer gereden om krijgsgevangenen af te voeren. Die waren door het verzet gedurende de oorlog gevangen genomen en in de Biesbosch verborgen gehouden. Met schepen werden ze vandaar naar de haven van Drimmelen gebracht om vervolgens onder begeleiding van geallieerde soldaten en pantserwagens, naar een krijgsgevangenenkamp bij Brussel te worden getransporteerd.
De haven van Drimmelen speelde tot de capitulatie op 5 mei 1945 een belangrijke rol vanwege de crossings. Krijgsplannen, medicijnen, Duitse gevangenen, geallieerde en andere vluchtelingen, net als vanuit de haven van Lage Zwaluwe werd het overgezet van of naar het bezette noorden via de Biesbosch. Daarom hielden de beschietingen op Drimmelen ook aan, lang nadat het dorp bevrijd was. Beschietingen die ook in de laatste oorlogsmaanden diverse dorpelingen het leven kostten.
(Bron o.a. schrijver/journalist Paul de Schipper)
(Foto's o.a. Keystone Press/collectie Gen. Maczekmuseum/archief Nigel Duncas/Jan vd Sluys)