De ouders van Bernard Wolters waren notaris Wilhelmus Franciscus Wolters (1855-1922) en Gerardina Johanna Maria van Erp (1861-1922). In 1890 vestigde het gezin Wolters, het oudste kind Theo (1889) was toen al geboren, zich vanuit Helmond in Terheijden op het adres Dorp A100, thans Raadhuisstraat 26. De woning is nog steeds bekend als ‘HET HOOGHUIS’. Het gezin Wolters telde uiteindelijk tien kinderen: Theo, Theodorus Arnoldus Johannes Maria (1889-1971), later (emeritus) deken en (emeritus) pastoor te Wouw, Jan, Johannes Baptist Lodewijk Maria (1890- 1958), later pastoor te Putte, Jo, Johanna Isabella Elisabeth Maria Wolters (1892-1895), Leo, Leonardus Justinus Maria (1893-1964) later notaris te Etten-Leur, Piet, Petrus Antonius Ignatius Maria Wolters ( 1895-1923), Jo, Johanna Theresia Louisa Maria (1897-1967), Phons, Alphonsus Antonius Maria (1900-1982), later (emeritus)pastoor en bouwpastoor te Prinsenbeek, Agnes, Agnes Francisca Petronella Maria (1902-1981), Bernard Jacques Louis Maria (1904-1939), later missionaris van Scheut, overleden in Beijing (China) en Maria, Maria Francisca Josepha Agnes ( 1906-1985), later als zuster Miriam bij de zusters Franciscanessen Penitenten-Recollectinen te Etten-Leur.
Het gezin Wolters was een rooms-katholieke familie en het geloof speelde een grote rol. Van het gezin kozen er vijf later voor een geestelijke levensstaat. Vader Wolters was actief als notaris, lid van de Provinciale Staten van Noord-Brabant en in Terheijden was hij voorzitter van de Vincentiusvereniging, lid en bestuurslid van het Herenkoor Antonius Abt en bestuurslid van de muziekvereniging Harmonie Terheijden. Bernard was net als broers Theo, Jan en Fons na de lagere school naar het kleinseminarie van het bisdom Breda gegaan, maar ging daarna naar het grootseminarie van de missionarissen van Scheut, van oorsprong een Belgische missiecongregatie en opgericht in 1862. In het begin richtte zij zich op de bekering tot het christendom van onder andere de bevolking in China. In de periode van Bernard waren deze missionarissen actief in Noordoost China, Mantsjoerije, Congo en de Filipijnen. De officiële naam van de congregatie is de Congregatie van het Onbevlekt Hart van Maria of in het Latijn Congregatio Immaculati Cordis Mariae, afgekort CICM. De naam Missionarissen van Scheut herinnert aan hun eerste klooster, gevestigd in de wijk Scheut van de gemeente Anderlecht, vlakbij Brussel. Hoewel men met een Europese en zeer katholieke blik richting China vertrok, paste men zich wel aan in de zin dat de missionarissen een Chinese naam kregen, hun kleding aanpasten en ook Chinees leerden.
Na zijn priesterwijding en eerste H. Mis in 1928 was China de bestemming van Bernard Wolters en hij vertrok op 11 augustus 1929. Niet met lege handen aangezien er in Terheijden een collecte, die fl. 1050,– opbracht, was georganiseerd waarop Bernard op reageerde: ’t is een spontane liefde, die tot voorbeeld kan dienen aan alle parochies van heel Nederland, ’t Is een ware, warme hulde geweest, een dankbetuiging aan God voor ’t Ware Geloof, dat zij hebben en dat aan ’t Heidensch Millioenenland China nog zoo onbekend is’, Aldus een citaat uit het Dagblad van Noord-Brabant van 10 augustus 1929. Pater Bernard Wolters vertrok samen met een aantal andere paters en mede- reisgenoten via Scheut en Brussel per trein naar Genua waar het gezelschap aan boord van de boot stapte. Op 14 augustus 1929 vertrokken de paters uit de haven van Genua en arriveerden op 29 september 1929 in hun missiehuis te Peking. In het missiehuis werd een jaar lang de Chinese taal bestudeerd en eigen gemaakt alvorens met het eigenlijke missiewerk kon worden begonnen. In dat studiehuis in Peking schreef Wolters: ‘Geen andere plaats kan met deze vergeleken worden, waar de Tempel des Hemels in haar abstracte schoonheid, haar sobere strengheid oprijst. Zoo gauw men de zware poorten is binnengetreden, staat men in de rust der natuur’. Op 21 juni 1930 werden de posten bekend gemaakt en pater Wolters werd naar het vicariaat Siwantze gestuurd, samen met pater Lyssens. Men vertrok per trein naar de stad Kalgan (Zhangjiakou) en vandaar te paard naar Kao-ki-ing-tse, een vooruitgeschoven centrale missiepost. Bernard werd daar eerst kapelaan alsook op twee andere plaatsen en vervolgens pastoor in Kao-ki-ing-tse. Samen met drie andere priesters in een gebied met een tiental bergdorpen waar voor een deel al langer bekeerde christenen woonden. Verder een weeshuis, een oude mannenhuis, een oude vrouwenhuis en een noviciaat voor Chinese kandidaat-zusters. Voor Wolters was geen lange tijd gegund voor het missiewerk. Kort voor hij terug kon keren naar Nederland werd hij ziek en na een zwaar ziekbed overleed hij op 6 augustus 1939 te Peping (Peking) op 35-jarige leeftijd. Hij werd aldaar begraven op het eeuwenoude missie kerkhof van Chala.
Foto’s / afbeeldingen: Foto 1966 ‘HET HOOGHUIS’ Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, Amersfoort / Documentnummer 110.501 Foto 1930 uit de Annalen der Missionarissen van Sparrendaal. Foto uit digitaal archief Johan van der Made. Foto archief Vijf Heiligen Parochie.
Bronnen: Pierre Gruca: Hoe zij met hun kerkgezang de godsdienstoefeningen luister bijzetten, Terheijden 2000. Jan van Oudheusden: Het Hemels Rijk Herrezen, Amsterdam 2017. Verder artikelen via Delpher w.o. de Annalen der Missionarissen van Sparrendaal, het archief van Johan van der Made en het Regionaal Archief Tilburg.