De Bredaseweg, deze straat begint bij de splitsing van de Hoofdstraat en de Bergen en bestaat vanaf 1821. De Bredaseweg verbindt al bijna twee eeuwen Terheijden met Breda. Toen was vanaf het begin van de Bergen, als een soort afslag, een totaal nieuwe weg naar Breda aangelegd.
Aan het begin daarvan stond tevoren een groot herenhuis met een boerderij genaamd ‘Trigelantes’. De boerderij is later herbouwd met daarin de herberg ‘Dregelandes’, nu Bredaseweg 2. Voorbij de wijde bocht aan het begin van de nieuwe weg, met pal daarnaast nog een rivierbocht, was een kaarsrechte bestrate weg gekomen naar de stad.
Tevoren ging men naar Breda door de Bergen, die toen met het laatste deel van de Hoofdstraat ‘De Bredasche Weg’ genoemd werd. Verder liep de bochtige zandweg door de Hartel en via de Oude Baan om bij de stadspoort aan te komen. Die nieuwe weg behoorde tot de eerste rijkswegen en heette officieel ‘Groote Weg der 1e klasse nr 7 van Breda naar Moerdijk’.
Deze rijksweg liep door het dorp Terheijden en over de Moerdijkseweg naar Zevenbergschen Hoek. Over de vlieten, die onder de weg kwamen te liggen, werden heulen gebouwd en voorzien van een jaarsteen ‘1821’. Aan het begin van de nieuwe Bredaseweg en de Bergen kwam een tolboom of ‘barrière’ over de weg te staan. De tolgaarder woonde daar in het ‘Tolhuis’ en breidde uit met een café.
De nieuwe weg naar Breda van 1821 was geplaveid met grote straatkeien. Het was een weg zonder fietspad, want de fiets moest nog worden uitgevonden. Er lag nog geen brug, want het Markkanaal moest nog gegraven worden. Van lieverlee kwamen er enkele huizen en bedrijfjes. Veel verkeer was er ook nog niet. Er reden voerlui met paard en wagen om allerlei artikelen te vervoeren, want ook de auto bestond nog niet.
Zakenlui en hoge ambtenaren reisden per koets en konden in Terheijden en Wagenberg in een logement overnachten en hun paarden laten verzorgen. Bijna dagelijks reed de postkoets, ook met passagiers, vanaf Breda naar Dordrecht en terug. Bij Moerdijk werd overgevaren op een pont. Later kwam de ‘omnibus’, een vervolg op de postkoets en de voorloper van de lijnbus naar en van Breda.
Bij de vaststelling van deze straatnaam eind 1953 liep de Bredaseweg nog tot aan de gemeentegrens bij de zogenaamde ‘Hoge Brug’ over het Calooise Gat, bij het toenmalig woonwagenkamp ‘Driekoningenoord’. Het vervolg van de weg is de Terheijdenseweg in Breda. Vanaf 1985 gaat de Bredaseweg niet verder dan de Terheijdense brug over het Markkanaal.
Aan deze verbindingsweg met de stad Breda en ligging aan de rivier de Mark ligt het voor de hand dat hier industrieën kwamen. De bekendste bedrijven waren wel de leerlooierijen van Rompa, die vanaf 1881 hier zijn uitgegroeid. Over de brug ontstond in de loop van de 19e eeuw het industrieterrein Pindorp.
Niet onvermeld mag blijven het destijds bekende Circus van Bever. Aan de Bredaseweg 22 werd in 1933 een loods, woonhuis en garage gebouwd. Daar heeft het circus zijn winterverblijf gehad tot het afbrandde in 1953.
Johan van der Made.