De Lageweg. Deze landelijke verbindingsweg tussen Terheijden en Wagenberg behoort tot onze oudste wegen. In een cijnsregister uit 1484, waarin de belasting voor landeigenaren is geregistreerd, staat al de 'Leegen wegh' vermeld. Precies zoals het door onze voorouders altijd werd gezegd. Later is dit vernederlandst naar Lageweg.
Naar alle waarschijnlijkheid is deze weg aangelegd gelijk met de Zeedijk, nu de Moerdijksweg, rond het jaar 1390. De toen hoog gelegen dijk werd niet als weg gebruikt, maar wel de evenwijdig aangelegde lager gelegen weg door het toen nog moerassige veenlandschap. De Lageweg wijkt vóór Wagenberg naar het oosten af en werd (waarschijnlijk) omgeleid langs het grondgebied van de al langer bestaande 'Hofstede Waeghenbergh'. Op een landkaart uit 1560 staat de Lageweg heel duidelijk ingetekend, evenals de Vaartkantsevliet, de kerk en de molen aan de haven.
Aan het einde van de Lageweg, die nu hoort bij de Hofstad, kwam er links een oprit naar de Dorpsstraat. Dat was toen de Wagenbergsedijk. Rechtsaf werd de langs de binnenkant van de dijk gelegen parallelweg Onderdijk genoemd. Ook in Terheijden eindigt een weg tegen de dijk aan, namelijk de Schapenbogert. Die heeft tegen de Molenstraat zelfs twee opritten gehad.
De Lageweg kruist de Vaartkantsevliet, ook wel 'de Vèrkaant' genoemd. Deze vliet dateert naar alle waarschijnlijkheid vanaf het begin van de ontginning van de Zegge of Binnenpolder in de jaren na 1324. In die tijd werd o.a. deze vliet vooral gebruikt voor het transport van de turf. De turfvletten voeren onder de Lageweg lag door; daar lag geen brug maar een zogenaamde 'hooge heul'. Dat was een houten constructie, die ook wel 'houte heul' werd genoemd.
Daar bij deze kruising van Lageweg en Vaartkansevliet heeft eeuwenlang een herberg gestaan genaamd 'Het Jagertje'. Deze naam verwees naar de scheepsjagers, dat waren destijds de mannen die de volgeladen schuiten, met turf en met riet, aan een touw vooruit moesten trekken.
In 2011 zijn voor het uitbreidingsplan ten noorden van het 'Sportpark Ruitersvaart' drie nieuwe straatnamen vastgesteld: Vletvaart, Turfsteker en Jagertje. Deze straatnamen hebben een historische betekenis met betrekking tot het gebied waarin ze liggen. De Vletvaart verwijst naar de vlieten die zijn gegraven, als eerste voor de afwatering en vervolgens ook voor het transport met turfschuiten of zogenaamde vletten. De Vaartkantsevliet is een overgebleven turfvaart en staat op oude landkaarten aangegeven als 'Vletvaart'.
Heel veel arbeiders waren in het veen vanaf het voorjaar tot aan het najaar werkzaam als turfsteker. De dikke laag nat veen werd met een speciale spade in blokken naar boven gehaald, op kruiwagens geladen en verzameld voor verder transport naar hoger gelegen droogplaatsen. Tijdens de zomermaanden lagen die blokken te drogen en moesten ook geregeld worden omgedraaid. Dan was het brandbare en kostbare turf geworden.
Gedurende ruim 75 jaar is hier voor rekening van de Abdij van Middelburg turf afgevoerd. Het vervoer naar de droogplaatsen en de afvoer naar de Kraanweel werd gedaan met platte schuiten. Die schuiten konden met de afwatering meegaan of werden voort getrokken. Aan weerskanten van de vaarten lagen voetpaden voor de scheepstrekkers, de zogenaamde trekpaden. De mannen die de schuiten voort trokken werden ook 'jagers' genoemd en het pad waarover ze liepen was het 'jaagpad'.
De Hoge Vaartkant is nog zo'n oud jaagpad, net als de daar op de andere waterkant gelegen groenstrook. Oorspronkelijk liep het pad langs de Vaartkant door naar de weel. Waar de vliet de Lageweg kruist, op de tegenwoordige locatie Lageweg 35-37 heeft een herberg gestaan met de toepasselijke naam Het Jagertje. Deze al eeuwenoude naam wordt door de huidige bewoners nog steeds in ere gehouden. De foto dateert van de winter 1978-1979.
Na de ontginning in de late middeleeuwen van veengebied via turfwinning naar weilanden en landbouwgrond, zien we tegenwoordig in de Lageweg hoofdzakelijk kwekerijen van bomen en rozen. En een niet alledaags beroep in de vorige eeuw was vrachtwagenchauffeur. Vooraan in de Lageweg, op het tegenwoordige adres Hoofdstraat 51, woonde transporteur Jac. Moerenhout. Hij reed met zijn vrachtauto mee in de bevrijdingsoptocht in 1945. Het zandbed van de Maasroute – A59 – heeft enkele jaren liggen wachten tot in 1985 deze weg werd doorgetrokken naar knooppunt Zonzeel. Toen verscheen de fietstunnel in de Lageweg.
Johan van der Made.