Gummaruskerk in Wagenberg; een sta-in-de-weg voor de molenaar

Meulenpad is een straatnaam op Wagenberg, die eigenlijk al lang bestaat. Het is nu nog een nieuw straatje, met enkele bedrijfswoningen en een opslagterrein. Tussen de huizen Brouwerijstraat 25 en 27 lag twee eeuwen geleden al een pad naar de Wagenbergse molen. Vanaf 1811 tot ongeveer 1920 heeft daar een molen gestaan vlakbij de Thijssenweg.

Het was een houten windmolen, die op een heuveltje, de molenberg, stond. In tegenstelling tot de Traaise molen is een naam voor deze molen niet bekend. Men sprak gewoon van 'de Waogebergse meule' en ook 'bai de mulder'. In 1836 is de familie Van de Reyt hier molenaar geworden. Tot 1900 werd alleen gemalen op windkracht. In dat jaar werd vergunning verkregen voor een 'stoommeelfabriek'. Het doel daarvan was 'het fabriceeren van meel of bloem van verschillende granen bestemd voor voedingsmiddelen, terwijl voor die bewerking een stoommachiene van 12 paardekrachten zal worden gebezigd en de stoomketel.' Omstreeks 1920 is de windmolen afgebroken.

Blijkens de bewaard gebleven foto van omstreeks 1915 was de Wagenbergse molen een gesloten standerdmolen. Aan de achterzijde is een balkon met een trap te zien. Door die trap heen steekt een lange balk: de zogenaamde staartbalk. Daarmee was de hele molenkast draaibaar om de wieken op de wind te zetten. In de zijkant van de molenkast waren enkele ronde, afsluitbare openingen aangebracht. De molenaar zette die open en merkte dan wanneer de wind van richting was veranderd en de molen moest bijdraaien.

Dingeman van der Vorst (1898-1989) heeft de oude molen nog goed gekend en vertelde mij het volgende: “De molen stond op een heuveltje en was niet erg hoog. De wieken gingen bijna over de grond. De toren van de kerk (gebouwd in 1904) was hinderlijk voor de molenaar. De molen zou daardoor minder wind hebben gekregen, wanneer de wind uit het zuidwesten kwam. En de spil waar de molen op stond was zo dik, dat je die met je armen niet kon omvatten.”

In 1986 vierde de firma Van de Reyt het 150-jarig bestaan als Wagenbergse familiebedrijf. Inmiddels was er hoofdzakelijk handel in kunstmest en granen. Het bedrijf is gaan uitbreiden en heeft Wagenberg verlaten. Over deze molen en alle andere molens gaat het Vlasselt-boekje 58-59.

De Linnenwever was vroeger een kleine ambachtsman die het weven thuis als beroep uitoefende. Op zijn weefgetouw maakte hij grote en kleine lappen stof. Deze lappen gebruikten de naaister en de kleermaker voor het maken van kleding. Zijn houten weefgetouw stond meestal in het woonvertrek van zijn huis. De hierdoor minder aantrekkelijke woonomstandigheden worden goed in beeld gebracht in openluchtmusea.

In de 16e en 17e eeuw woonden er meerdere zogenaamde 'thuiswevers' in onze dorpen. In het eerste kwart van de 19e eeuw waren in de gemeente Terheijden nog 13 linnenwevers bekend. Hiervan woonden er 2 in Terheijden, 1 op Stuivezand en maar liefst 10 op Wagenberg.

Deze zijstraat van het eerste deel van de Wagenstraat bestaat vanaf 1997. Tevoren stond daar een woning nr. 23 met diepe tuin gebouwd in 1931. Daar heeft geen linnenwever gewoond, maar wel een vroegere bewoner op het tegenwoordige adres nr. 21. Daar heeft een oud huis gestaan dat leek op een klein boerderijtje. Het huis was gebouwd in 1847 door Antonie Broeke, hij was van beroep linnenwever. Dit voormalige linnenwevershuis is omstreeks 1975 gesloopt. Meer hierover is te lezen in Vlasselt-boekje 31 over Buurtvereniging 'De Straat'.

Johan van der Made.

Beelden bij dit artikel