Merkwaardige straatnamen als slotakkoord geschiedenisuitleg

Vele straatnamen zijn al gepasseerd en verklaard. Maar er zijn ook nog namen waarvoor niet zomaar een verklaring te geven is. Die zijn namelijk ontleend aan het verre verleden. In oude boeken van de gemeentelijke administratie komen die namen voor, terwijl niet altijd duidelijk is wat de betekenis er van was.

De meeste namen zijn door de toenmalige streekarchivaris gevonden in de oude gemeentelijke administratie en aan de B&W voorgesteld. Een aantal straatnamen is samengesteld uit een oud woord in combinatie met een verzamelnaam.

Ganzenweel – Vlasweel en Zwanenstrek verwijzen naar de welen die hier liggen. Dat zijn zeer oude en diepe waterplassen, die zijn ontstaan als gevolg van dijkdoorbraken. Er zijn nog oudere welen geweest, maar die waren gegraven voor het gebruik van turfschuiten en polderschuiten. Een weel werd vroeger ook gebruikt om vlas in te roten, een van de bewerkingen door de vlasboer. In de vorige eeuw waren de welen voor velen van ons nog viswater en werden er lekkere vissen en visjes gevangen. En er werd toen ook nog in gezwommen inclusief de pret door een duikplank bij Het Wit Huis.

De Evenakker was de naam voor een perceel land, 'de evenacker', bij de Bergen-Munnikenhof en was al bekend in 1484. 'Even' zou zwarte haver zijn geweest.

De Garsdries verwijst naar 'de garsdriesch', beschreven in 1699 als 2 buinder land tussen de Lageweg en de weel aan de Zeedijk (nu Moerdijkseweg). Overigens kwam de schrijfwijze Grasdries ook voor.

Gagelveld en Gruytveld. Gagel is een plant die in de voormalige Zeggepolder veel voorkwam en hele stukken grond bezette. Gruit is (volgens Wikipedia) een kruidenmengsel dat werd gebruikt als smaakmaker bij het brouwen van bier. In gruit zitten onder meer de volgende ingrediënten: rozemarijn, gagel, salie, duizendblad en laurierbessen. Door de Heren van Gruuthuse in Brugge werd er in hun 'gruut' hoofdzakelijk gedroogde bloemen van de gagel gebruikt. Het gruit in bier is vervangen door hop.

In verband met de gruitplant zijn de straat Ruitersvaart en het pad Klein Ruitersvaart te noemen. Lang geleden was een van de schrijfwijzen namelijk: ̒tSgruyters vaertʼ. In 1484 was al sprake van Groot en ook van Klein Ruitersvaart. Op de foto is Klein Ruitersvaart nog een smal polderweggetje.

De straatnamen Biezelaar – Bolderik – Hulsdonk – Liesveld – Klaverbeemd zijn namen 'die in het oude Terheijden niet misstaan zouden hebben'. Aldus het advies aan B&W in 1976. Deze woorden zijn als volgt te verklaren:

Biezelaar is een open plek in het bos (=laar) met biezen (hoge waterplanten).

Bolderik is een zeer zeldzame plant met een bolle zaaddoos, vergelijkbaar met klaproos en korenbloem. In de jaren 50 van de vorige eeuw kwam de Bolderik nog voor op de Houtse akkers.

Hulsdonk is niet te verklaren, maar lijkt veel op Hulsberg, een dorp in Limburg. Een oude veldnaam hier was Huls(t)moeren gelegen bij Bergvliet.

Liesveld kan verwijzen naar een akker vol met (vlijtige) liesjes.

En de Klaverbeemd naar een laaggelegen grasland met opvallend veel klaver. In 1834 werden bij Klein Munnikenhof de 'Biesenweyde' en de 'Lieseweyde' verkocht.

Bomennamen zijn gebruikt voor de straten: Berkenhof – Elzenhof en Peppelhof. De Hofjesweg ligt daarbij.

Hezelaar kan zijn afgeleid van hazelaar, een struik of boom waaraan hazelnoten groeien.

De Buntlaar verwijst naar buntgras op een open plek in het bos.

De Wederik behoort tot de sleutelbloemen en zou ook een oude benaming zijn voor een wilgentak.

Over Maarweide en Ravendal heb ik helaas geen informatie.

Meer over planten en de natuur in onze woonomgeving is te lezen in de Vlasselt-boekjes 5, 12, 48, 53, 61 en 67.

Johan van der Made.

Beelden bij dit artikel