‘Onder den dyck by het dorp daar een weeltken in legh’. De geschiedenis van het Dorpsplein Terheijden

Het Dorpsplein in Terheijden werd vóór de invoering van officiële straatnamen in 1953 'Zaandpleintje' genoemd en ook wel 'Beatrixplein'. Het was vroeger onverhard en aanzienlijk groter, want het verzorgingshuis en de bank zijn later gebouwd.

Maar lang geleden zag dit stukje van Terheijden er totaal anders uit. Op die plek kwamen namelijk twee dijken samen. Nu zijn dat de Markstraat en het eerste gedeelte van de Hoofdstraat. Dijken die het toen nog jonge dorp moesten beschermen tegen overstromingen, want de Mark stond in open verbinding met het buitenwater met dagelijks eb en vloed.

Dat onze dijken tamelijk hoog zijn geweest, blijkt o.a. uit de omschrijving in het cijnsregister van 1484: 'onder den dyck by het dorp daar een weeltken in leght' (cijns was een belasting op onroerend goed). Daar is in het jaar 1401 een kapel gebouwd, die in de 16e eeuw is uitgebouwd tot de tegenwoordige Antonius Abt-kerk. Rondom de kerk lag toen het kerkhof. Naast de kerk stond de dorpspomp, waarvan in 1984 een restant tevoorschijn is gekomen.

Op het Dorpsplein heeft eeuwenlang een ‘weeltken’ gelegen. Het dorpsbestuur sprak van ‘Dorpsweel’ en in de volksmond was het gewoon ‘de weel’. In geval van brand fungeerde de weel als brandput. Daarbij stond ook een gemeentelijke schutskooi voor het tijdelijk opvangen van loslopend vee. Het grasveld bij deze weel werd officieel 'de gemene bleykerije' genoemd. D’n bleik was vroeger een stukje grasveld waar onze voorouders de witte was in de zon te drogen legden. Daardoor werd het linnengoed weer mooi wit ofwel bleek. Vrouwen in Terheijden die thuis geen gazon hadden, kwamen met hun witte was naar de dorpsweel. Ze spoelden daarin het wasgoed en legden het op de gemene of algemene, gezamenlijke bleik.

Voor de veiligheid stond rond de Dorpsweel een houten hekwerk met een trap. Uit 1720 is bekend dat een vrouw van de natte trap was gegleden en in de weel gevallen. Ze werd met een lange haak uit het water gehaald en men dacht dat ze verdronken was. Gelukkig was dat niet het geval.

Gedurende lange tijd werd hier geregeld een veemarkt gehouden. In 1722 was na afloop 'het plein niet behoorlyck afgeslagen' (niet goed schoongemaakt). Daarom besloten schout en schepenen (gemeentebestuur) het schoonmaken aan te besteden. Omstreeks 1920 was de dorpsweel overbodig geworden en gedempt. In 1923 kreeg Terheijden een groot Heilig Hartbeeld en dat werd feestelijk ingewijd op het Zandpleintje. Enkele jaren later is het verplaatst naar de kerk, ongeveer op de plek waar nu de Vrijheidsmuur staat. Het beeld is in de 50er jaren verdwenen.

Er heeft ook een houten muziekkiosk gestaan, waarin de Harmonie zomeravondconcerten gaf; daar kwam in 1925 een grote muziekschulp voor in de plaats. Leden van de Harmonie hadden de schulp gebouwd, nadat burgemeester Van der Meulen de eerste steen had gelegd. Deze muziekschulp heeft er gestaan tot 1959. De Rabobank is hier in 1970 gekomen en het Verzorgingshuis St. Antonius Abt dateert van 1988. Eeuwenlang is dit ook de plek voor de jaarlijkse kermis en al tientallen jaren voor de weekmarkt. En vele jaren heeft in het weekend hier ook de favoriete frietkraam van Moerenhout gestaan.

Johan van der Made.

Beelden bij dit artikel