Sinds1742 heeft Terheijden een nog steeds werkende en malende korenmolen, bekend onder de naam ‘De Arend’. De molen is destijds gebouwd in opdracht van de adellijke familie Nassau-Siegen uit Breda. Door de stijgende vraag naar meel in de vroegere eeuwen, diende er steeds meer graan gemalen te worden. Dat leidde destijds tot de bouw van vele korenmolens, ook wel genoemd graan- of meelmolens. Zo’n honderd jaar geleden waren er in Nederland nog ongeveer 10.000 molens volop in bedrijf. Ze maalden graan, zaagden hout, sloegen olie uit zaden en maakten papier. Vandaag de dag telt Nederland nog zo’n duizend windmolens, waaronder korenmolens en waarvan een klein deel nog in bedrijf is.
Terheijden heeft met ‘De Arend’ nog zo’n bedrijvige molen en wordt beschermd als Rijksmonument. De Terheijdense molen is een zogenaamde stellingmolen, een hoge windmolen met een stelling of balkon. Een stellingmolen staat meestal in bebouwd gebied en moet dus hoog zijn om voldoende wind te vangen. De wieken en staart reiken dan ook niet tot de grond. De molen heeft naar alle waarschijnlijkheid zijn naam ‘De Arend’ te danken doordat hij symbolisch als een grote arend boven de bebouwing uittorent en zijn draaiende wieken als vleugels door de wind slaan. De molen heeft in de loop der tijd brand, herstel, verval, renovatie en veelvuldig onderhoud gekend. Thans gloort de molen, samen met de Rooms Katholieke kerk H. Antonius Abt, als een opvallend herkenningspunt van het dorp in het landschap. In vroegere jaren werden met molens ook boodschappen doorgegeven. De molenaar gebruikte daarvoor de wieken van de molen door deze in een bepaalde stand vast te zetten. Heden ten dage zijn deze boodschappen nog steeds in gebruik.
De lange rust:
Als de molen lange tijd buiten gebruik is dan worden de wieken in een kruis gezet.
De korte rust:
Is de molen korte tijd buiten gebruik dan worden de wieken zo gezet, dat er één roede recht naar beneden staat en de molen snel weer in bedrijf kan. Rouwstand:
Staat de molen met de ‘gaande’ wiek vlak na het laagste punt vast dan duidt het ‘gaande’ op het vergankelijke en droefheid.
Vreugdestand:
Wordt de onderste of ‘aankomende’ wiek vlak voor het laatste punt vastgezet dan betekent het ‘aankomende’ vreugde en verwachting.
Gedurende de zogenaamde Franse Tijd (1795 – 1813) was Nederland bezet door Frankrijk. Tijdens deze periode is de molen in particuliere handen terecht gekomen en in de zestiger jaren van de vorige eeuw eigendom geworden van de toenmalige gemeente Terheijden. Deze gemeente is later is opgegaan in de gemeente Drimmelen die in 2014 de molen van de hand deed en werd overgedragen aan de Stichting Molen De Arend. De molen heeft vele jaren Louis Rommens als molenaar gekend. Na zijn overlijden in 1985 is het molenaarsbedrijf meer dan vijfentwintig jaar voortgezet door Herman Schippers die er later een winkel in vestigde met allerhande bakkersbenodigdheden. Vanaf 2014 is Adri Kamp de molenaar en beheerder van de winkel. Molen ‘De Arend’ is aangesloten bij het Ambachtelijk Korenmolenaars Gilde (A.K.G.). Deze groep van molenaars bewaakt de kwaliteit, zoals vastgesteld door het A.K.G. Vandaag de dag wordt het meeste graan fabrieksmatig gemalen en behoort het malen door een molenaar middels een korenmolen tot een ambachtelijkheid. Het meel, gemalen door de molen ‘De Arend’, vindt zijn afzet bij vele (‘warme’) bakkers in de regio en is ook verkrijgbaar in verschillende winkels / supermarkten.
Bronnen: BN/DeStem van 15 december 2003, 5 april 2004, 30 maart 2011 en 2 juli 2012, auteur Jan van Vliet.
Foto’s: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, Beeldbank WO2-NIOD-collectie NIOD, Jan van Vliet, Stadsarchief Breda / Johan van Gurp, René Schotanus.