Zondagavondcolumn van Jan: Waarom ‘ikke’ niet?, laten we maar bidden

Iedere zondagavond verzorgt voormalig nieuwscorrespondent Jan van Vliet een column over actuele en lokale onderwerpen. Deze week: Waarom ‘ikke’ niet?, laten we maar bidden.

We hebben in dit land zeventien miljoen virologen, zeventien miljoen politici, zeventien miljoen bondscoaches, zeventien miljoen bemoeiallen, zeventien miljoen weet ik veel en noem maar op. Dan heeft ieder, een naar eigen inzicht en zelf respecterend nieuwsmedium, zoals kranten, internetgebazel, omroepen en noem maar op live-blogs of hoe die dingen ook heten mogen. Waarin of waarop oneindig veel geleuter door zichzelf tegensprekende stagiaires braaf wordt uitgetypt in opdracht van zijn of haar redactie of de ‘Chef the Mission’. Dan heeft ieder, een naar eigen inzicht zelf respecterende omroepzender (klets)tafels te veel, maar net niet genoeg om zeventien miljoen zielen aan te laten zitten, laat staan staan. Praattafelshows of zoiets heten die dingen waar ik zo onderhand mijn zakken van vol heb en nauwelijks naar kijk, laat staan luister. Nou er is niks geen show aan, die praattafelshows dus. Zijn we lekker mee. ‘Shows’ waarin oneindig (te) veel geleuter wordt door – en afkomstig van – vooral zielenpoten die naar hun eigen eigenzinnige mening werkloos zijn geraakt, bijna aan lager wal, door de coronamaatregelen die afkomstig zijn door wie of van wie dan ook en wel of niet worden gerespecteerd.

Zo die zin staat. Krijgen die luitjes en zielenpootjes uit de C-klasse, zoals ik die vaak noem, ook eens een podium. Het geheel overziende – mooie zinopening en het is net ambtenarentaal – is er geen touw meer aan vast te knopen en dan vooral, die C-klasse dus, roepen dat de overheid, wie dat is of wezen mag, duidelijker moet communiceren. Duidelijker communiceren? Jullie luitjes en alle anderen hierboven genoemden maken er een zootje van. En door al die zielige eigenzinnigheid ontstaat er een sfeer van: ‘mij een zorg, zal mijn tijd wel duren, ze moeten dit, ze moeten dat, weet je wat ze moeten doen, wat schiet ik er mee op, wat heb ik er mee te maken, ze zoeken het zelf maar uit’, enzovoorts, enzovoorts. En dat gaat maar door en dat gaat maar door met: ‘waarom hullie wel en zullie ook, waarom wij niet en ikke dan’, dat laatste zou ik bijna vergeten. Wie het dan nog weet, mag het zeggen. Maar ‘ikke’ dus wil liever de hort op. Schijt aan een ander en ‘ikke’ eerst. Maar ik blijf het toch zeggen hoor: anderhalve meter afstand, bij klachten…………je weet wel of willens en wetens niet. Maar moeilijk hè. En om de Nederlandse cabaretier Herman Finkers te citeren: ‘Laten we bidden voor hen die het moeilijk hebben, maar vooral voor hen die moeilijk doen.’ Dit laatste is een beetje stichtelijk misschien uit mijn brein, maar moet een keer kunnen. Een goede zondag.
Vigilat Ut Quiescant
Jan van Vliet
Reageren? [email protected]