De meeste vlieten in onze omgeving hebben hun oorsprong in de turftijd tijdens de late Middeleeuwen. Turf is een ouderwetse brandstof, die wij kennen vanuit de Peel en Drenthe. Maar ook in westelijk Noord-Brabant en bij ons is veel turf afgegraven. Dat begon allemaal in de 13e en 14e eeuw toen kloosters en zakenlieden turfconcessies verkregen van de Heer van Breda.
In 1267 tussen Hazeldonk en Zonzeel (langs de Zuiddijk) bij Langeweg door particulieren.
In 1280: voor de Laak en Schuivenoord door het klooster van Catharinadal.
In 1310 tussen Zonzeel en Vlasselt (tussen Langeweg en Wagenberg) door lieden uit Steenbergen.
In 1324 voor Vlasselt (de Binnenpolder) door de Abdij van Middelburg.
En omstreeks 1330: voor de Lage Vucht door de Abdij van Tongerlo.
Het afvoeren van de turf geschiedde met vletten over gegraven vaarten en door weeltjes, meest naar Terheijden, waar de vracht werd overgeladen op grotere schuiten in de Mark. De Vaartkantsevliet, tussen Terheijden en Helkant, is zo' n oude turfvaart. Een oude benaming daarvoor was: Vletvaart en in de volksmond de Verkaant. Maar ook de Ruitersvaart was er zo een en die heette vroeger: Gruitersvaart. En er zijn er nog meer geweest zoals: de Koningsvaart, de Oude Wagenbergse Vaart, de Vlamincxvaart, de Vlassche vaart en de Kalkvaart, die met een sluis ‘t Zijl aansloot op de Mark bij Vlietzorg.
Ook het transport van bijvoorbeeld riet ging per boot en het polderbestuur had eveneens een boot. Die “polderboot” is te zien op een leuke foto met de harmonie in 1936.
De Zegge- of Binnenpolder is tot omstreeks 1950 een erg waterrijk gebied geweest. Op veel plaatsen was het erg moerassig. Visrijke plassen en uitgeveende putten groeiden weer dicht. Was men hier niet bekend dan was de Zegge levensgevaarlijk terrein. De weke oppervlakte werd door omwonenden ook wel “papieren zolderke” genoemd: één verkeerde stap en je kon “er doorheen gaan” !
Meer hierover is te lezen inde Vlasseltboekjes 123 en 147: “Kroniek van het Land van Vlasselt” 1 en 2, en nr. 151: “Pioniers van de natuur in de Binnenpolder”.
De naam Ruitersvaart is als polderweg blijven bestaan. Straatnamen die verwijzen naar vlieten zijn: Ruitersvaartseweg, Vlietstraat, Vliethof, Vletvaart, Kalkvliet, Rode Vaart. Aan het eind van de Kerkstraat lag vroeger een sluisje in de Vaartkantevliet. Van daar liep een voetpad naar de Wagenstraat, dat was de korte Verkaant. Richting Terheijden lag langs de Vaartkantsevliet een polderweg naar de Lageweg en dat was de lange Verkaant.
Nu kennen we daar de Hoge Vaartkant, met de schietverenigingen, en landgoed Den Vaertcant bij de rozenkwekerij in de Lageweg. En het viaduct van de Maasroute over de Wagenbergse Baan draagt de naam Vaartkant.
Johan van der Made.